vrijdag 7 april 2017

Egypte - van Luxor naar Qena

In Luxor is toerisme van oudsher dé bron van inkomsten. Zonder reisgezelschap word je er nogal eens verrast door de 'opdringerigheid' waarmee venters hun koopwaar en diensten aanbieden. Ook als je beleefd aangeeft er niet van gediend te zijn, kun je erg vasthoudend 'achtervolgd' worden. Dat heeft alles te maken met de terugval in diezelfde toeristensector en met het ontbreken van een sociaal vangnet voor degenen die geen werk meer hebben. De enorme kloof tussen straatarm en superrijk wordt van staatswege niet overbrugd door sociale voorzieningen, zoals dat in Nederland het geval is. Steeds weer verrast het mij hoe deze maatschappelijk onderscheiden milieus met elkaar omgaan; zij leven ermee alsof het de normaalste zaak van de wereld is. 

Als buitenlander word je al snel aangezien voor een miljonair. Relatief gezien ben je dat ook, uitgedrukt in Egyptische ponden. De reis alleen al naar het Land van de Nijl vertegenwoordigt al vlug meer dan een jaarsalaris voor een reguliere werknemer. Als 'buitenstaander' is het lastig zicht te krijgen op het financiële circuit waarin de bevolking leeft. Op markten en in de locale winkels wordt betaald met piasters. Een piaster is één 100ste van 1 Egyptisch pond = 5 eurocent. De inflatie van de Egyptische munt is gigantisch. Als toerist krijg je geen piasters in handen.  Er worden voor toeristen andere bedragen ( in ponden ) berekend dan voor Egyptenaren. Op de markt, voor souvenirs en in sommige hotels is dat meestal het geval. Een ander - eigenlijk heel sociaal - fenomeen dat daarmee samenhangt is dat prijzen niet vast staan. Ik heb zelfs een keer, in een luxe hotel, voor een postzegel meer moeten betalen dan het bedrag dat erop afgedrukt staat. Je koopt het in een dure omgeving, die moet óók betaald worden was het - moreel gefundeerde - argument van de verkoper. 

De ethiek is: je geeft naar vermogen. Je onderhandelt over de prijs of geeft dat wat je je kan permitteren. Soms hoor je van een taxichauffeur wanneer je naar de ritprijs informeert: je bent mijn vriend, betaal wat je wil. In de praktijk levert dat bij toeristen per saldo meer op dan het bedrag dat afgesproken wordt. Een kapper knipt soms een minder bedeeld iemand, die daar dan niet voor hoeft te betalen. Een ander economisch model dan in Nederland dus. Ik moest er echt aan wennen, maar ondertussen kan ik ermee overweg. Sinds ik de achtergrond ervan besef, waardeer ik het ook. Dit 'systeem' houdt rekening met human interest, persoonlijke noden en omstandigheden; het doet een beroep op morele verantwoordelijkheid.

Aiman houdt dagelijks een aantal kamers schoon in Jolie Ville. Als medewerker van de huishoudelijke dienst ontvangt hij 800 pond per maand - dat is dus 40 euro - om zijn 4 kinderen en zijn vrouw te onderhouden. Hij is erg dankbaar wanneer ik wat kleding voor hem achterlaat, waarvoor ik een briefje moet schrijven en ondertekenen dat ik het hem echt gegeven heb. Van de 'extended family' is er altijd wel iemand in de familie die in Saudi-Arabië werkt, in een een van de Golfstaten, Europa of Amerika. Zij sturen hun familie maandelijks geld en voorzien zo vaak in het levensonderhoud van grote groepen mensen. De 'extended family' is uitgebreider dan het kerngezin en meerdere generaties maken er deel van uit; broers, zussen, ooms, tantes en neven en nichten zorgen voor elkaar, voor de grootouders en de pasgeborenen in de familie. Het sociale vangnet is hier dus anders 'georganiseerd' dan in Europa; het is meer en eerder gebaseerd op onderlinge betrokkenheid.    

Vandaag ga ik terug naar de plaatsen waar ik in 1989/1990 gewerkt heb. Op weg naar het gehucht Ma-anna, een dorpje op de rand van de woestijn naast de stad Qena. Het is een rit van 70 kilometer langs groen bebouwde landbouwvelden en door een aantal dorpen. Er zijn beduidend meer veiligheidscontrole punten. Eind jaren -80 was er eentje, nu passeren we er wel vijf of zes, zonder evenwel aangehouden of gecontroleerd te worden.


Het is voorjaar. De mimosa, tamarisk, jasmijn en bougainville staan volop en uitbundig in bloei. Zij zorgen voor geur en kleur langs de weg, net zoals de enorme velden met kruiden en specerijen - waar Egypte op de wereldmarkt een flink aandeel in heeft - met zwarte en witte peper, kaneel, dille, koriander, rozemarijn, tijm, basilicum, munt en saffraan. Het is nu de oogsttijd voor suikerriet, tomaten, ui en knoflook. Kleine ezelskarretjes vervoeren de tomaten en zijn afgeladen met knoflook en ui. Soms zie je nog een kameel met een enorme takkenbos suikerriet op zijn rug, maar het merendeel wordt nu per vrachtwagen vervoerd of met een op kolen gestookt locomotiefje dat een groot aantal wagonladingen over een enkelspoortje door de velden naar de suikerfabriek trekt.


Onderweg kopen Ali ( de taxichauffeur ) en ik een paar kilo groente en fruit in voor Fathi, een van de medewerkers van het revalidatiecentrum waar ik gewerkt heb en waar ik bevriend mee ben geraakt. Hij weet dat we komen en dat betekent dat ons een flinke maaltijd te wachten staat. We willen hem niet op kosten jagen, maar hij en zijn vrouw zullen zonder twijfel weer alles uit de kast halen om ons op een copieus en rijk maal te trakteren. Geheel tegen de bedoeling van het bezoek in, zal hij er desnoods geld voor gaan lenen. Ik vind dat vreselijk, maar er is geen ontkomen aan. Het enige dat ik kan doen is de kosten compenseren - wat gebruikelijk is - met als gevolg dat er de volgende keer nog grootser uitgepakt wordt.  

Alvorens naar Fathi te gaan, bezoeken we eerst de Tempel van Dendera die, zoals ik gehoord had van de archeologen in Eka Dolli, schoongemaakt en opgeknapt is. Aan de plafonds, die door roet zwartgeblakerd waren, zijn schitterende, kleurrijke afbeeldingen uit faraonische tijden te voorschijn gekomen. Het hele tempelcomplex is onder handen genomen. Waar de tempel, gelegen tussen de akkers en de velden, als bezienswaardigheid voorheen nauwelijks enige aandacht trok, ligt die nu aan het eind van een officiële en geasfalteerde aanrij-route. Er is een enorme parkeergelegenheid, er zijn souvenirwinkeltjes en er is een heuse kassa gekomen, waar toegangskaartjes tot de tempel verkocht worden. Nu nog wachten op bezoekers.

Naast het bij de tijd brengen van toeristische trekpleisters, is het opvallend hoe hard er gewerkt is aan de aanleg van wegen en bruggen ter verbetering van de infrastructuur. Allemaal met het oog op de toeristenstroom, die tot op heden op zich laat wachten. Bij de tempel vertrekt er net een bus met ongeveer 10 of 12 toeristen. Verder wandelt er een verliefd Egyptisch stelletje en ontwaar ik één fotograaf op het enorme tempelcomplex. Niettemin loopt er minstens 15 tot 20 man personeel rond.




Bij Fathi en zijn vrouw worden we ontzettend hartelijk ontvangen. Fathi zat al een uur tevoren voor zijn huis op de stoep. Het weerzien roept allerlei emoties op en het is bijzonder troostrijk te horen dat het revalidatiecentrum, dat we 25 jaar geleden begonnen zijn, nog steeds open is en dagelijks een groot aantal patiënten behandelt. Veel van de oud collega's zijn met pensioen of overleden. We doen wat oude vrienden doen: herinneringen ophalen. Zijn vier mooie dochters zijn nog steeds niet getrouwd. Wanneer de meisjes ongetrouwd thuis blijven, zijn ze een financiële 'last' voor de ouders. Hij klaagt er niet over en als ik voorstel dat ze naar buiten gaan, omdat de jongens ze anders niet te zien krijgen, moet hij lachen. Meisjes horen hier in het dorp niet zonder begeleiding op straat te gaan. 

Er wordt ons een heerlijke, traditioneel Egyptische maaltijd voorgeschoteld met geroosterde kip, veel vlees, gestoofde groenteschotels en buiten-in-de-zon-gerezen brood, 'zonne-brood' genoemd. Fruit na en zoete zwarte thee. We zitten daarbij naar plaatselijk gebruik op de grond. Vóór zonsondergang nemen we afscheid, wensen elkaar het allerbeste en hopen, bij leven en welzijn, Inch Allah, op een voorspoedig weerzien.





1 opmerking:

  1. Mooi inkijkje geef je in het echte Egypte Henny.
    Welkom terug! Gr. Maria

    BeantwoordenVerwijderen