dinsdag 12 november 2013

De lierantilope en de zadeldekjakhals

Donderdag 7 november.
Het ontbijt was om 9 uur en daarna hebben we een ritje in de buurt gemaakt. Het was de bedoeling dat we om een uur of 1 weer terug zouden zijn om dan even te kunnen zwemmen en vervolgens thuis uitgebreid te lunchen. We zouden 's avonds namelijk te laat thuis zijn om nog te koken in verband met een avondsafari.


Onderweg zagen we weer een dier dat we tot dan toe nog niet eerder hadden gezien: de lierantilope.


De lierantilope, topi of het basterdhartenbeest - niet te verwarren met het Liechtenstein hartenbeest - is een algemene soort antilope, behorende tot de koeantilopen. Hij komt voor in grote delen van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het is een grote, stevige antilope met hoge schouders en een vrij korte nek. De rug loopt vanaf de schoft schuin af, hij heeft een lange kop en een korte, gelige tot paarsachtig rode mahonie- of kastanjebruine vacht. De geribbelde, liervormige hoorns zijn 30 tot 60 centimeter lang. Zijn staart eindigt in een lange, zwarte pluim.

Marjo vertelde dat dit dier een aantal jaren geleden niet meer voorkwam in het Krugerpark. Daarna zijn er 20 lierantilopen van wildfarms op een beschermde plaats van 5 x 5 km in het Kruger uitgezet. De omstandigheden waren dermate goed, dat zij zich wisten te vermenigvuldigen. Toen er 70 waren, zijn ze uit hun beveiligde plaats losgelaten. Aanvankelijk ging het niet goed, omdat ze niet wisten hoe ze zich moesten verdedigen tegen vijanden. Nu gaat het volgens de deskundigen prima met de lierantilope.

Bij "Mooiplaas" hebben we koffie gedronken. Dat is een grote open, tamelijk onbegroeide plaats, waar veel hoefdieren samenkomen om hun dorst te lessen bij de drinkplaats. Het was inderdaad een mooi plekje. Er stond een olifant in het water.
Verder hadden we gezelschap van een eekhoorntje. Het diertje was heel tam. Grappig om te zien.
Haar pasgeboren jong was uit het nest gevallen en lag dood op de grond. Maar moeder eekhoorn vond haar jong nog steeds om 'op te vreten' en at tot onze verbazing letterlijk 'dood-ge-moeder-eerd' met smaak haar jong op.


De avondsafari begon om half 5.
We zaten in een hoge jeep en hadden een goed overzicht. Het was prachtig om met een ondergaande zon door het landschap te rijden. Dat is echt Afrika. We zagen een secretarisvogel in een boom zitten, wat volgens Marjo heel bijzonder is. Het is namelijk een loop-roofvogel.
Verder kwamen we in de schemering een aantal andere dieren tegen die we tot dan toe alleen overdag hadden gezien, zoals olifanten, zebra's, waterbokken, een steenbokje, impala's. Toen het donker werd reden we een avontuurlijk, bijna onheilspellend, landschap binnen. Grote schijnwerpers op het dak van de jeep wierpen lange schaduwen voor ons uit de bush in, die al in het nachtelijk duister gehuld was.


We kwamen een paar keer een zadeldekjakhals tegen, zwervend over de savanne.

Helaas zijn er nogal wat factoren die ervoor gezorgd hebben dat deze jakhals vrij zeldzaam is. Naast overbejaging vallen veel pups ten prooi aan pythons en roofvogels en in sommige gevallen worden zelfs de volwassen jakhalzen vermoord door bavianen.
Soms delen ze hun leefgebied met andere jakhalssoorten.

De jakhals die we eerder deze week zagen, was een zij-streepjakhals.
Ook zagen we een wilde kat, die in korte tijd 2 keer een prooi ving.

And last but not least.........,
vlakbij ons Rest Camp stopte de driver opeens en wees ons op een zeer giftige boomslang, die in een boom naast de weg hing. Brrr.................



Hoewel we op zich niet zo heel veel dieren hebben gezien, vonden we de safari allemaal zeer de moeite waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten